Uit de geschiedenisboeken van het wegtransport: de uitvinding en ontwikkeling van de oplegger
Volgend jaar vieren we zijn 100ste verjaardag. Maar misschien is hij al ouder, afhankelijk van welke van de twee meest gebruikelijke geboortedata we aannemen als de juiste. Het is moeilijk voor te stellen hoe het wegtransport er uit zou zien als hij niet uitgevonden was. Sinds zijn ontstaan heeft hij een enorme ontwikkeling doorgemaakt en vandaag komen we hem op de weg in vele vormen tegen. We hebben het natuurlijk over de oplegger. En dit is het verhaal van de oplegger.
De uitvinding van de oplegger: twee vaders, twee geboortedatums
Er zijn twee Amerikaanse ondernemers die meestal in verband worden gebracht met de uitvinding van de oplegger. Het tweede ontwerp ontstond 15 jaar later dan het eerste, dus we kunnen zeggen dat de oplegger inmiddels bijna een eeuw oud is, maar dat kan ook best 115 jaar zijn.
De eerste uitvinding van de oplegger wordt toegeschreven aan Alexander Winton. Aan het einde van de 19de eeuw begon Winton de eerste automobielen te produceren (nog in de vorm van ‘koetsen zonder paarden’). Er was alleen één probleem: deze voertuigen moesten bij klanten geleverd worden die soms mijlenver van Wintons fabriek in Cleveland, Ohio woonden. Zo’n grote afstand konden de voertuigen niet op hun eigen wielen afleggen, daar was het mechaniek van deze eerste auto’s veel te gevoelig voor. Alexander Winton kwam toen met het idee om een nieuw soort trailer te ontwerpen om aan een auto te bevestigen. Het voertuig werd hier vervolgens opgeladen en dan getransporteerd naar de koper. Zo ontstond de eerste oplegger voor het transport van auto’s. Dit was in 1899.
We spoelen even 15 jaar door, het is nu 1914. In Detroit, Michigan, de hoofdstad van de Amerikaanse auto-industrie, heeft Charles Fruehauf een smederij waar hij ook koetsen produceert. Deze naam is bij jullie al bekend, toch? Maar laten we niet op de zaken vooruit lopen. De eigenaar van de plaatselijke houtzagerij nam contact op met Fruehauf en vroeg hem iets te ontwikkelen waardoor hij een grotere last kon dragen op de Ford T (ja, dat lees je goed, we hebben het hier over de personenauto, en dan nog wel de belangrijkste in de geschiedenis van de auto-industrie). Fruehauf ontwikkelde een chassis met één as die aan de Ford T bevestigd kon worden op zo’n manier dat een deel van de trailer ondersteund werd door de auto die de trailer trekt. En dat is dus de tweede geboortedatum voor de auto-oplegger en de naam van zijn uitvinder (en het merk van de eerste trekker, die dus – zoals je ziet – helemaal geen vrachtwagen was). De naam Fruehauf is, zoals al eerder aangestipt, niet onbekend bij mensen die in de logistiek werken, omdat het ontwerp van Charles Fruehauf zo succesvol was dat Fruehauf zich al snel volledig richtte op de productie van opleggers onder het merk Fruehauf. Een merk dat ook vandaag nog bestaat en nog steeds wereldwijd een van de belangrijkste fabrikanten van opleggers is.
De oplegger, wat is dat nou precies?
We weten inmiddels aan wie we de uitvinding van de oplegger kunnen toeschrijven. Nu is het tijd om uit te leggen wat een oplegger nou precies is. We hebben het er hierboven al even over gehad, maar laten we nu alles op een rijtje zetten. Een oplegger is een voertuig dat gebruikt wordt om goederen te transporteren. Hij heeft zelf geen aandrijving, dus moet bevestigd worden aan een motorvoertuig om te kunnen bewegen. In de combinatie trekker-oplegger is de trekker een actief element (omdat deze een aandrijving heeft) en de oplegger een passief element. De vorm van de trailerverbinding met het voertuig is hier van belang. Een deel van de oplegger (en dus de lading) wordt ondersteund door de trekker. Zo’n voertuig is een vrachtwagentrekker, en de vorm van verbinding van de oplegger met de trekker noem je een koppelschotel. Deze uitvinding wordt toegeschreven aan Charles S. Martin, die deze oplossing in 1915 bedacht en er een jaar later patent op aanvroeg. De koppelschotel die is uitgevonden door Martin werd populair door Charles Fruehauf, die het gebruikte in zijn opleggers (daarvoor gebruikte hij een eigen ontwerp). We kunnen de heer Martin dus ook toevoegen aan het rijtje mensen dat heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van de moderne oplegger.
De oplegger is meestal uitgerust met steunpoten die ter ondersteuning kunnen worden gebruikt wanneer de oplegger niet is gekoppeld. De oplegger heeft dankzij de grotere flexibiliteit een groot voordeel ten opzichte van ‘traditionele’ trailers. De oplegger kan sneller aan en van de trekker (los)gekoppeld worden, wat ook belangrijk is als een vrachtwagen pech krijgt en door een andere vervangen moet worden. De oplegger heeft ook maar één draaipunt, waardoor achteruit rijden makkelijker is. Maar als belangrijkste voordeel kan de oplegger een grotere en langere last aan, omdat hij – in vergelijking met een vaste vrachtwagen met trailer – een langere, continue laadruimte heeft.
Soorten opleggers
Een oplegger is een voertuig dat wordt gebruikt voor het transport van eigenlijk elke soort vracht, omdat er sinds de uitvinding ervan veel verschillende gespecialiseerde versies zijn ontwikkeld. Hieronder staan de opleggers die je het vaakst tegenkomt op de Europese wegen.
Standard oplegger. De standaard oplegger heeft drie assen, is 13,6 meter lang, heeft een laadcapaciteit van 24 ton en een inhoud van 90 vierkante meter. Er kan geladen worden aan de zijkant, de achterkant of vanaf de bovenkant. Op de frames die worden geplaatst op de box van de oplegger, wordt het materiaal dat de goederen tijdens het transport beschermt tegen weersinvloeden strak getrokken. Afhankelijk van of dit materiaal wordt gevouwen voor het laden of wordt opgerold, spreken we van een schuifzeiler/tautliner of een huifoplegger.
Box oplegger. Deze verschilt van een standaard oplegger wat betreft de zijdes, die bij deze variant vast zitten. Dit bekent dat er alleen geladen kan worden via de achterklep (waar soms een verplaatsbare oprijdplaat aan bevestigd is). De lengte is ook 13,6 meter, het volume is 90 vierkante meter en de belasting is 22 ton.
Mega oplegger. Deze onderscheidt zich met een hoogte van 3 meter en een lagere suspensie, waardoor het met dezelfde lengte (13,6 meter) een volume van 100 vierkante meter kan vervoeren.
Het is de moeite waard om even bij de megaoplegger stil te staan. Net als de uitvinding van Alexander Winton hebben we de ontwikkeling van de megaoplegger te danken aan de auto-industrie. De eerste keer dat een oplegger van dit type de Europese wegen opging, was in 1990 onder de vlag van het bedrijf Ewals Cargo Care, dat verantwoordelijk was voor het ontwerp. De megaoplegger werd ontwikkeld voor General Motors en was aanvankelijk bedoeld voor het transport van Opel Vectra/Vauxhall Cavalier-componenten tussen de GM-fabrieken in continentaal Europa en het Verenigd Koninkrijk. Door de afmetingen van de chassiscomponenten van de nieuwe auto bleven de standaard opleggers die deze onderdelen transporteerden deels leeg. De megaoplegger maakte het mogelijk om de laadruimte efficiënter te benutten. Hoewel de megaoplegger aanvankelijk alleen bedoeld was voor het transport van auto-onderdelen, is de oplegger inmiddels, in de 30 jaar na zijn ontstaan, behoorlijk populair geworden.
Koeloplegger. Een oplegger met een structuur met vaste zijkanten, die is ontworpen voor het transport van ladingen in gecontroleerde temperatuuromstandigheden (meestal van -30 tot +30 graden Celsius). Dankzij een koeleenheid die permanent bevestigd is aan de oplegger kan een constante temperatuur worden bereikt. Een ander soort oplegger voor het transport van cargo in gecontroleerde temperatuuromstandigheden is de isothermale oplegger. Deze heeft echter geen koeleenheid, dus er kan maar beperkte tijd een bepaalde temperatuur worden behouden.
Flatbed. Oplegger zonder zijkanten en bedekking in de vorm van een zeil of huif;de oplegger heeft alleen een plat laadplatform. Deze wordt gebruikt voor het transport van een ruimtelijke vracht die tijdens de duur van het transport stevig vastgemaakt moet worden.
Dit zijn natuurlijk lang niet alle soorten opleggers die je op de Europese wegen kunt tegenkomen. We vermelden ook nog tankopleggers (verschillende soorten voor het transport van brandstof, gas en chemische stoffen), bandlossers voor transport van losgestorte materialen, schuifvloertrailers, kiepwagens en opleggers voor het transport van auto’s en dieren. En dat is nog steeds niet alles!
De grootste fabrikanten van opleggers
In Europa zijn de toonaangevende producenten van opleggers o.a. Schmitz Cargobull, Krone en Kogel uit Duitsland, Wielton uit Polen, Schwarzmüller uit Oostenrijk en SDS uit het Verenigd Koninkrijk. China International Marine Containers uit China wordt beschouwd als de grootste fabrikant van opleggers wereldwijd. Hyundai Translead is de grootste fabrikant van Noord-Amerika.
Ben je op zoek naar een bewezen aanbieder van logistieke diensten?